Tapijn fase I bestaat uit drie karakteristieke paviljoengebouwen rondom de voormalige appèlplaats. LIAG heeft de gebouwen onder het maaiveld met elkaar verbonden via een nieuwe plint. Door het bouwdeel als een souterrain onder het park te ‘schuiven’ krijgt het terrein een maximale oppervlakte voor een nieuw openbaar park. De typische paviljoenstructuur blijft overeind en de historische gebouwen zijn individueel herkenbaar en toch functioneel verbonden met elkaar. Deze slimme opzet handhaaft bovendien de doorzichten tussen de paviljoengebouwen.
De plint en een nieuwe serre aan de noordzijde benadrukken als ensemble het karakter van het historische gebied: een subtiele overgang tussen het ‘open’ (leer)landschap en de bebouwing. De plint en serre zijn terughoudend ontworpen, allebei zijn ze nadrukkelijk transparant. Dit in contrast met de bestaande gebouwen die redelijk massief en gesloten zijn.